Baanbrekende ideeën voor meer energy efficiency en duurzaamheid bekroond met UfD-Cofely Energy Efficiency Prijs

22 februari 13 |

Drie vooruitstrevende ideeën die een tastbare bijdrage leveren aan energy efficiency en duurzaamheid zijn door Cofely en het Universiteitsfonds Delft bekroond met de UfD-Cofely Energy Efficiency Prijs. Wetenschappelijk talent van de TU Delft gaf gehoor aan de oproep om innovatieve oplossingen te bedenken met als doel energieverbruik substantieel te verminderen. De drie meest vernieuwende ideeën vielen vandaag in de prijzen tijdens de vierde editie van deze jaarlijkse competitie. Lourens Meijer sleepte de hoofdprijs van 7.500 euro in de wacht met zijn onderzoek over de wereldwijde potentie van waterkracht om gemeenschappen van energie te voorzien en welke gebieden hiervoor in aanmerking komen. De projecten van Venugopal Prasanth en Jan-Willem Wiegman zijn beloond met een prijs ter waarde van een 2.500 euro.

Net als in voorgaande jaren riep Cofely masterstudenten aan de TU Delft op na te denken over innovatieve oplossingen voor een lager energieverbruik, CO2-reductie en het efficiënter benutten van duurzame energiebronnen. De winnaars hebben een scriptie, project-, afstudeer- of onderzoeksverslag gemaakt dat naar het oordeel van de jury - onder voorzitterschap van Hans Hellendoorn, hoogleraar Climate Design & Sustainability aan de TU Delft - uitblinkt door het innovatieve en duurzame karakter. “Met de UfD-Cofely Energy Efficiency Prijs willen we wetenschappelijk talent stimuleren na te denken over ideeën die een bijdrage leveren aan duurzame energievoorzieningen, waarin Cofely als onderdeel van GDF SUEZ al jaren investeert”, vertelt jurylid Hans van Happen, Chief Operations Officer van Cofely en verantwoordelijk voor energy efficiency. “Dat dit thema zeer onder studenten leeft, blijkt uit het recordaantal inzendingen dat we dit jaar ontvingen. Hun ideeën hebben zonder uitzondering een zeer innovatief karakter en maken de maatschappelijke urgentie van nieuwe, duurzame vormen van energieopwekking zichtbaar. Het zijn creatieve oplossingen met een hoge praktische waarde die mogelijk tot de baanbrekende innovaties van de toekomst horen.” 

Potentie waterkracht wereldwijd in kaart

Een verblijf in Indonesië inspireerde Lourens Meijer - masterstudent Water Resource Management - tot een onderzoek naar de vraag of wereldwijd voldoende watervoorraden aanwezig zijn om gemeenschappen van energie te voorzien en welke gebieden hiervoor in aanmerking komen. Op basis van een complex en innovatief model, waarbij verschillende geografische informatiesystemen worden gecombineerd, maakte hij een simulatie van het wereldwijde potentieel van energieopwekking door waterkracht. Zo heeft Meijer de doorstroming van elke rivier ter wereld die groter is dan 100L/s nagebootst, wat resulteert in een zeer omvangrijke database met een netwerk van rivieren. Op basis van andere data bracht Meijer de hellingen in deze rivieren in kaart met als doel geschikte locaties voor waterkrachtcentrales vast te stellen. Zijn onderzoek biedt inzicht in de ruimtelijke verdeling van waterkracht en de hoeveelheid energie die hiermee in theorie in een specifiek gebied kan worden opgewekt. Met deze gedetailleerde gegevens kunnen lokale overheden en bedrijven geschikte locaties identificeren voor de bouw van waterkrachtcentrales. De jury is vooral te spreken over de ‘intelligente methode’ die Meijer toepast voor het vaststellen van klein- en grootschalige locaties voor hydro-centrales.

Doorbraak voor elektrische mobiliteit

Volgens het Internationaal Energie Agentschap stijgt de behoefte aan fossiele brandstoffen in het internationale transport in 2050 van 20 naar 70 procent als maatregelen uitblijven. Om dit te voorkomen, is het volgens Venugopal Prasanth - oud-masterstudent Elektrotechniek - noodzakelijk om transport groener, schoner en energie-efficiënter te maken. Dit kan alleen als elektrisch vervoer door brede lagen van de bevolking wordt omarmd. Een aantal obstakels - zoals de hoge kosten van accu’s -staat dit in de weg. Daarnaast is de actieradius van hybride voertuigen relatief beperkt, duurt het opladen van de accu langer en zijn er onvoldoende oplaadpunten langs de snelwegen. In zijn onderzoek schetst Prasanth hoe een infrastructuur van inductielaadpunten in het asfalt van  snelwegen, elektrische auto’s via spoelen onderaan het chassis, naar behoefte van energie kan voorzien. Hiermee fungeren snelwegen in feite als energieknooppunten en elektrische auto’s als rijdende energiecentrales. Deze kunnen overbodige energie teruggeven aan het grid, zodat bij pieken in de energievraag kan worden voorzien. De jury is mening dat het onderzoek van Prasanth een belangrijke bijdrage kan leveren om een doorbraak van elektrische mobiliteit te realiseren.

Uitzicht op stroomraam

Hoeveel elektriciteit kunnen ramen en glazen puien van huizen, kantoorgebouwen en kassen opwekken als ze worden ingezet als ‘luminiscente zonne-concentratoren’? Over deze vraag boog zich Jan-Willem Wiegman - afgestudeerd als masterstudent Technische Natuurkunde - in zijn onderzoek. Zulke ‘stroomramen’ zijn voorzien van een dunne laag materiaal dat licht opneemt en uitstraalt naar smalle zonnecellen die op de randen van de ramen zijn bevestigd. Deze zonnecellen zetten het licht om in elektriciteit. Wiegman onderzocht of het mogelijk is meer licht bij de cel te krijgen, zodat efficiënter met een oppervlak zonnecel kan worden omgegaan. Hij toont de relatie aan tussen de kleur van het materiaal en de maximale hoeveelheid stroom die wordt opgewekt. Ook maakt Wiegman duidelijk dat een glad folieoppervlak zorgt voor een efficiënt transport van lichtdeeltjes naar de randen van het raam. Deze stroomramen kunnen in de toekomst een goedkope bron van zonne-energie worden. De jury is vooral positief over de manier waarop Wiegman natuurkundige logica grondig heeft onderbouwd en praktisch uitgewerkt. Bovendien sluit zijn onderzoek aan op de Europese ambitie gebouwen energieneutraal te maken.

V.l.n.r.: Hans Hellendoorn (TU Delft), Hans van Happen (Cofely), Venugopal Prasanth, Lourens Meijer, Jan-Willem Wiegman, Klaas van der Werff (UfD), Han Blokland (Cofely).

***

COFELY, onderdeel van GDF SUEZ

Cofely is Europees marktleider op het gebied van duurzame technologische oplossingen voor energie en milieu. Zij ontwerpt en implementeert oplossingen waarmee bedrijven en publieke organisaties de performance van installaties en het energiegebruik in bedrijfsprocessen kunnen optimaliseren en milieueffecten tot een minimum beperken. Cofely biedt een unieke combinatie van expertise op verschillende terreinen. Van het ontwerp, de installatie en het beheer van lokale en hernieuwbare energie-oplossingen tot de operationele levering van geïntegreerde voorzieningen en services.

Cofely is het belangrijkste merk van GDF SUEZ Energy Services - één van de zes business units van GDF SUEZ - dat 77.000 medewerkers telt en een omzet van meer dan 14 miljard euro realiseerde in 2011. In 2011 telde Cofely in Nederland circa 6.200 medewerkers en behaalde zij een omzet van 1,1 miljard euro. GDF SUEZ is één van de grootste energieleveranciers ter wereld. Haar dienstverlening omvat de volledige energieketen van elektriciteit en aardgas. De Groep heeft wereldwijd ruim 220.000 mensen in dienst en behaalde in 2011 een omzet van 90,7 miljard euro.

Noot voor de redactie:

Nadere informatie is verkrijgbaar bij:
Ingrid Clauwaert - Public Relations Manager Cofely
Kosterijland 20, 3981 AJ Bunnik; postbus 210, 3980 CE Bunnik
Telefoon: 030 656 94 59; fax: 030 656 94 15
E-mail: